Van Alcala de Guadaíra naar Sevilla, 26 km, 24 tot 42 graden

Om 5.30 u vertrokken. Verlichte straten tot aan de Santiagokerk en de drakenbrug. Daarna een pad langs de rivier de Guadaíra. Een weelderige plantengroei hier, maar nu zijn er enkel krekels en duisternis. Enkele watermolens waar graan gemalen werd, getuigen van de tijd dat Alcala bekend was voor zijn uitstekende bakkerijen. Veel konijnen en de bijhorende strontjes op het pad. Grote, decoratieve uitgedroogde cactussen met groene uiteinden. Een holle eucalyptus met bierflesjes , blikjes, papier en karton. Spanjaarden nemen het niet nauw met hun afval! Een wolk stof aan de einder: een herder trekt met zijn kudde schapen over de geoogste akkers, te ver om te fotograferen jammer…

Aan het Canal del Bajo Guadalquivir wijken de pijlen af van de beschrijving. Een vriendelijke fietser kijkt mijn beschrijving na, het is inderdaad korter. Ik waag het erop. En wonder boven wonder, mijn track verschijnt weer met de melding ‘je volgt de route in omgekeerde volgorde, dit is misschien moeilijker.’ Er zijn herkenningspunten : de Decathlonwinkel, een Shell benzinestation. De bediende vertroetelt me. Koffie, fris water, hij stopt mijn flesje in de koelkast, ik krijgt zelfs zijn eigen appel als ik naar fruit vraag + een stempel en gratis een extra zonnehoed van Shell! Opgeknapt . Wat doet het deugd als je zo’n hartelijke mensen ontmoet!

Een kwartier verder merk ik pas dat ik mijn flesje water vergeten ben. Nog teruggekeerd. We zijn beland in het industriepark El Pino van Sevilla. Altijd rechtdoor, kilometers aan een stuk. Het lijkt wel de weg van plastic flessen, blikjes, brikjes, papier en karton! Wel nettere straten vanaf Parque Amate.

Om 12.35 u aan de achterkant van de kathedraal. Eerst nog wat gedronken ( appelsiensap en tonic). Ik bezoek de kathedraal op mijn gemak. Mijn stokken en rugzak kan ik achterlaten aan de loketten. Majestueus, overweldigend, ongelooflijk rijk. Christoffel Columbus heeft hier zijn praalgraf. Het hoofdaltaar heeft een retabel met 44 scènes in hout gebeiteld. Er is 80 jaar aan gewerkt. Een prachtige geschilderde Madonna: Santa Maria de la Antigua, waar de 18 resterende bemanningsleden van Maghelhaens expeditie rondom de wereld ( ze waren met 5 schepen en 234 matrozen vertrokken) een dankgebed uitspraken.

Ook de giralda beklommen, de vroegere toren van de mezquita. Geen treden wel een hellend vlak met 35 zijden. De aankondiger van de gebeden kon er te paard naar toe in de moorse tijd. Een prachtig uitzicht op de patio de los naranjos (= appelsienbomen) én ook op het moorse paleis, het Alcázar met zijn feeërieke patio’s en tuinen.

Mijn gsm laat het afweten, te veel pracht en praal! In een restaurant kan ik hem weer opladen. Ik eet een koude schotel: tomate con melva: met ingeblikte tonijn.

In de jeugdherberg Triana Backpachers worden pelgrims goed ontvangen . Gerieflijke kamers met 2 stapelbedden. Iedereen heeft een eigen lampje en stopcontact aan zijn bed. Boven op het zonneterras is er zelfs een jacuzzi! Bij mij slaapt een Marokkaans meisje dat goed Frans spreekt. Vanavond enkel nog naar de supermercado. Mijn resterende kaas en kippenbouten zijn voor de vuilnisbak: te lang mee in de hitte gezeuld!

Einde van de Via Augusta van Cadiz naar Sevilla . Morgen begin van de Via de la PLata, in mijn geval tot Mérida.